Mister Willing heeft vlinders in de buik

Door Sandra Ringoot

‘Willing!’, roept Jamila luid door de kamer.

‘Joehoe, waar zit je? Maf konijn van me’, galmt het door het huis en aan de toon te horen waarop ze roept, klinkt Jamila een beetje geïrriteerd.

‘Ik loop dat stuk knuffel hier al twee dagen te zoeken en nog steeds geeft hij geen kick. Nu zou je denken dat hij enige interesse in me heeft, maar nee hoor.’  Jamila praat tegen zichzelf en wanneer ze dat doet is het foute boel. Ze loopt te ijsberen door het huis en is de wanhoop nabij. Haar gevoelens slingeren tussen droefheid en ongerustheid. 

De laatste tijd verdwijnt Mister Willing op de één of andere manier met de noorderzon. Om dan na enkele dagen weer op te duiken. Weet je wat ook bizar is?

Dan doet hij gewoon of er niets aan de hand is. Hij wuift de onrust die hij veroorzaakt heeft weg, door gewoonweg grappig te doen. Dan lijkt hij zelfs verdacht goedgeluimd. 

Ik wil er best wel het fijne van weten. Jullie ook, lieve kinderen? 

Terwijl Jamila stilaan de moed begint op te geven om nog verder te zoeken en haar dan uitgeteld op de bank laat neerploffen….

Huppelt Mister Willing ergens in een weide vrolijk door het hoge gras. Hij heeft zijn beste jas aangetrokken en een vlinderdasje wiebelt op en neer rondom zijn pluizige hals.  

De weide staat mooi in bloei deze tijd van het jaar. Het gras ruikt heerlijk fris en laat de lente proeven in al haar pracht. Ons konijntje huppelt gezwind door het  goudgele bloementapijt dat zich spreidt over landelijke heuvels.

De zon is weer van de partij en doet het landschap schitteren in al zijn glorie. 

Vogels kwetteren dat het een lieve lust is, om nadien in een plasje te gaan pootje baden.

Plots stopt hij aan de boerderij van enge Gust. Boer Gust is gekend in het dorp als een onvriendelijk figuur. Nu moet je weten dat hij al verscheidene keren spelende kinderen heeft weggejaagd van zijn erf. Hierdoor denkt Mister Willing dat boer Gust ook geen echte dierenvriend is, dus wil hij extra op zijn hoede zijn in dit gebied. Stel je voor dat de boer op de loer ligt met een jachtgeweer om konijntjes te schieten. Een vlaag van angst overspoelt ons konijntje. Liever geen kogelregen in mijn donzig poepje hoor, bedenkt hij. 

In de schaduw van de grote lindeboom overheersen de prachtigste tulpen die je ooit gezien hebt. 

Ze waaien verleidelijk op de tonen van een lentebries en hun stamper weet zich te omhullen met blaadjes die zelfs dieper rood gekleurd zijn dan de sappigste kersen. 

Hier kan hij niet aan weerstaan. Hij bukt zich, om uit het vizier van boer Gust te blijven en plukt dan voorzichtig enkele tulpen. Net genoeg zodat hij een mooi boeketje heeft. Hier gaat ze vast en zeker blij mee zijn, denkt ons konijntje en zijn hartje maakt een vreugdedansje.

Inderdaad, je kan het waarschijnlijk al raden. Mister Willing is verliefd. Hij is stapel op Flavietje en dit al geruime tijd. 

Vandaag gaat hij haar ten huwelijk vragen. Hij kan niet langer wachten…

Dus daarom heeft hij zich zo mooi uitgedost. En met dat verrukkelijk geurend boeket gaat Flavietje vast en zeker in zwijm vallen. Liefst pardoes in zijn pootjes om hem dan zachtjes te kussen. Zijn hart gaat sneller slaan bij de gedachte alleen al. Wat is Flavietje mooi als ze lacht, denkt hij. 

 

Hij ziet Flavietje in zijn gedachten al voor zich met haar verleidelijke ogen en haar wipneusje dartelen.  Als hij even zijn ogen sluit, dan voelt hij haar zachte konijnenpootjes rondom zijn hals. Oh, Flavietje is het beste wat hem overkomen is. Haar liefde overspoelt zijn hart met warme golven van geluk. Hij is verliefd tot over zijn lange konijnenoren. En ik kan je bevestigen dat ze heel lang zijn, lieve kinderen. 

Misschien waren ze beter iets minder lang geweest, want boer Gust had opeens konijnenoren gespot die vanachter de lindeboom kwamen piepen. Daar was enge Gust niet bepaald tevreden mee. Hij liep naar de voorraadkast en haalde er zijn jachtgeweer uit. 

Oh jeetje, Mister Willing maak dat je wegkomt! Maar ons konijntje heeft helemaal niets in de gaten en lijkt op een roze wolk te zitten. Hij is helemaal aan het dagdromen over zijn Flavietje. 

Totdat er een geweerschot weerklinkt in de lucht: “Poef, poef!” 

Mister Willing schrikt zich een hoedje. Het zweet parelt rond zijn snuitje en even leek het of hij ging flauwvallen. Behoorlijk geschrokken maakt hij zich uit de voeten op weg naar de liefde van zijn leven. 

Huppelend zet hij zijn tocht verder. Opeens krijgt hij de kerktoren van het dorp in het oog. Vandaar is het niet ver meer, weet hij. Nog enkel de school en de bakkerij van Paul voorbij huppelen, dan naar beneden en links het derde huis daar woont Flavietje.  

Het huis van Flavietje heeft een keurig tuintje met een prachtige magnolia waaronder een schommel bengelt. Daar heeft ons verliefd stelletje al menig uren vertoefd, al schommelend de nacht in betoverd door het zilveren maanlicht.

Dicht tegen mekaar, zwijmelend op het ritme van hun hart dat overloopt van liefde. 

‘Tingeling’, doet de bel die onder het kapelletje hangt boven de deur. Mister Willing trekt zijn jasje goed en schuifelt wat nerveus op de drempel. Hij verstopt de ruiker achter zich, en hoopt stiekem dat ze de tulpen mooi gaat vinden.

‘Tjak, tjak’, klinkt het door de hal. De deur gaat open en Flavietje verschijnt in al haar glorie. Een beetje wankel loopt ze op nieuwe roze muiltjes die kletteren over de stenen vloer. Ze draagt een bijpassende roze jurk dat haar beeldig staat. 

‘Oh schatteboutje kom binnen’, zegt ze op zeemzoete toon en ze geeft hem vluchtig een nat kusje. 

Mister Willing bloost heel even. Ze glimlacht lief en troont hem mee naar de keuken waar er een stoofpot staat te pruttelen. Het water komt hem in de mond en hij beseft dat Flavietje gewoonweg het beste is wat hem ooit overkomen is. 

Nachtenlang hebben de gepaste woorden door zijn hoofd gespookt om zijn aanzoek te behagen. Hij voelt zijn keel droog worden. Zijn tong lijkt wel een droog stuk vlees. 

‘Flavietje, mag ik een glaasje water?’ , vraagt hij. 

Flavietje schenkt hem een glas water en kijkt hem met vragende ogen aan. 

‘Scheelt er iets lieverd?’, vraagt ze. 

Gulzig drinkt hij zijn glas leeg, vervolgens kijkt hij haar diep in de ogen. Dan knielt hij, want dat heeft hij eens gezien in een romantische film.

Ons konijntje geeft haar de rode tulpen en vraagt: ‘Wil je mijn konijnenvrouwtje worden Flavietje?’

Natuurlijk zei ze “JA” , lieve kinderen, omdat hij gewoon de allerliefste is. 

En wat nu, hoor ik jullie luidop vragen? Wel, ik kan jullie verklappen dat ze al schommelend de nacht ingingen. 

In het tuintje onder hun magnolia en in het bijzijn van 1001 sterren, sloeg ze haar pootjes om hem heen. Ze kuste hem teder. Hij wist perfect hoe ze zich voelde: heel gelukkig en bereid om te huwen! 

Alleen hoe gaat Jamila reageren, wanneer ze dit heugelijk nieuws te horen krijgt? Maar dat vertel ik jullie een andere keer…

Welterusten, lieve kinderen.