De ballerina Sandra Ringoot

Met een wee gevoel in de maag liep Katinka de helling op van het oude huis. Alvorens naar binnen te gaan, keerde ze zich nog even om en staarde wezenloos naar het bord waar ”TE KOOP” op prijkte. Niettegenstaande het feit dat het oude huis verkocht was, voelde ze zich droevig. Heel waarschijnlijk omdat ze vandaag definitief afscheid moest nemen van al haar mooie herinneringen die ze vergaard had gedurende haar kindertijd. Katinka keek op de klok van haar mobieltje, het was nog maar half tien. Ze had nog ruim de tijd alvorens de makelaar van het immokantoor kwam om de verkoop af te sluiten. Ze stak de sleutel in het slot en toen ze de voordeur opendeed werd ze melancholisch door de geur van hout. De muren in de gang waren bekleed met beukenhouten panelen. De zwart-wit vloertegels waren hier en daar wat uitgehold door slijtage. Ze schopte haar schoenen uit, zette ze op de deurmat en liep meteen de keuken in om dan de gordijnen te openen. Ze keek door het raam en liet het landschap op haar netvlies branden. De border kleurde felgeel door de muurpeper die in bloei stond en stak af onder een grijze lucht. Ze vermoedde dat het in de voormiddag nog ging regenen. De wolken joegen elkaar dreigend na. In de verte zag ze het rode bakstenen huis van haar schoolvriend Nicolai. Het witte dak nog steeds priemend voor de ranke bomen van het taiganaaldbos. Nicolai; haar jeugdvriend met wie ze de schoolbanken gedeeld had en soms kattenkwaad ging uithalen. Zo hadden ze eens de bieten van boer Petrov uit het veld getrokken. Natuurlijk waren ze betrapt en achternagezeten door een woeste Petrov op zijn klompen, gewapend met een riek. Toen hadden ze de ziel uit hun lijf gelopen om zich dan te gaan verstoppen achter de kerk. Minutenlang had ze staan hijgen met rode blos op de wangen, totdat Nicolai haar spontaan kuste en er iets moois bloeide. Voor een tijdje toch, want na de volgende zomervakantie gingen Nicolai en zijn ouders verhuizen naar Engeland. Nicolai zelf had het lef niet gehad om haar te verwittigen, zodat het nieuws van de verhuis als een bom bij haar insloeg. Een maand lang waren haar gedachten donker geweest, kleurden de wolken boven Kirov intens zwart, droeg de wind haar tranen vol smart. Eerst had ze hem liefgehad en aanbeden, dan hopeloos gehuild totdat ze geen tranen meer had. Om dan een woede in haar te voelen groeien, waardoor ze hem verwenste. Om hem dan zachtjes te vergeten en de herinnering te laten glijden in de onmacht van het leven. Ze zuchtte en liet een karaf vollopen met water aan de gootsteen. Ze stak haar hand even in het ijskoude water en besprenkelde haar gezicht. Vervolgens liep ze naar buiten via de achterdeur de tuin in en goot het water over de verdroogde aardbeiplanten. Het water kringelde even rond de plantjes om dan heimelijk te verdwijnen in de aarde. Een wind kwam opsteken waardoor de achterdeur met een ruk dichtsloeg. Katinka keek verschrikt op en tuurde langs de zijkant van het huis zodat ze de oprit kon zien, maar enkel haar oude roestbak was zichtbaar. Het was nog te vroeg voor de afspraak met de makelaar. Dus ging ze terug de keuken binnen en zette zich op de houten bank naast de kachel. Hier had ze zo vaak gezeten, samen met oma in de verlammende warmte van het vuur. Gezellig naast mekaar, koffie drinken van drie tot vier. Oma met haar mouwloos, gebreid gilet over haar lichtblauwe schort. Haar katoenen zakdoek steeds in de rechterzak, gereed om lekkend oogvocht te deppen. Het zijden sjaaltje om haar hoofd geknoopt. Haar dunne, grijze lokken getorst tot een dotje. Dikke, logge benen met gezwollen spataders in grijze sokken, muf riekende pantoffels met boerenruitjes. En… kleine Katinka met de vlasblonde haren getooid op een hoge paardenstaart, ogen als parels die schitterden en een hart vol goedhartigheid. Ranke benen, rechte schouders en een verfijnde blik. Ze herinnerde zich nog hoe ze probeerde de spreuk in cyrillisch geschrift uit het hoofd te leren. Er stond geschreven: “Als de maan zich niet verzoent, maakt de zon geen vrienden.” Zachtjes fluisterde ze de woorden op het ritme van het tikken van koekoeksklok, onder het waakzame oog van oma, terwijl deze aan het haken of borduren was. De drie sierkussens van oma hadden de tand des tijds doorstaan. Rood en blauw garen afwisselend op een wit basispatroon. De drie kleuren van de Russische vlag, zo borduurde oma steeds haar sierkussens. Zwijgzaam en genietend in de keuken, met Pettie de poes aan haar voeten. Soms dutte oma even in, door de hitte van het haardvuur, om dan op te schrikken door de streling van Petties donzige staart. De rommelige naaidoos pal op de keukentafel naast de koekjestrommel. De Borsjtsj pruttelend op het vuur terwijl de koekoeksklok zachtjes verder tikte op het ritme van een zalige periode; Katinka’s kindertijd. Ze veerde recht en liep de gang door. Drie verhuisdozen stonden klaar, gevuld met de voornaamste snuisterijen die toch waardevol genoeg waren om niet verkommerd te belanden op één of andere rommelmarkt. Ze knielde bij de grootste doos, waar een paar versleten spitzen uitstaken en wond speels haar vinger rond het zachtroze, satijnen lint. Haar onderlip begon spontaan te trillen en Katinka’s ogen werden vochtig. Tijd voor een borrel, dacht ze waarop ze terug de keuken inliep. Onder de gootsteen bewaarde oma steeds een fles om zwakke momenten te overbruggen. Ze bukte zich, schoof het gifgroen gordijntje opzij en trof er een fles “Medomucha” tussen de azijn en koolzaadolie. Met trillende hand schroefde ze de dop van de fles en goot ze het borrelglaasje vol. In één beweging goot ze het glaasje achterover, sloot ze haar ogen en hield de rand van de gootsteen krampachtig vast. De aderen op haar handen lagen als blauwe wormen, kronkelend en hielden de arduin in bedwang. In haar gedachten vloog ze terug in haar kindertijd en draaide ze sierlijk pirouetjes aan dezelfde gootsteen. Dan draaide ze zolang totdat ze haar evenwicht verloor en zich nog net kon vastklampen aan de arduin. Nu zoveel jaren later stond ze op diezelfde plek overmand door herinneringen met een hoofd dat tolde, al kon dat door de Medomucha komen. Dan ineens stierf het trillen van haar handen langzaam weg, opende ze opnieuw haar ogen en zag hoe de regen kletterde tegen het keukenraam. Het zicht op Nikolais huis leek weggegomd op een canvas door de intensiteit van de regenbui. Het geluid van de regen die tegen het raam sloeg, overstemde de doodse stilte die het huis integer droeg. Katinka’s hart bloedde niet alleen maar om het verlies van haar oma. Ook de ongewilde, lange afwezigheid uit haar vertrouwde omgeving stemde haar onrustig en somber. Het leek of ze de verbondenheid met haar afkomst  verdrongen had en hopeloos zocht naar vrede in haar ziel om de jaren van verdriet te verhullen. In Moskou was het Siberisch koud in haar eenzaam hart.

Gelaten nam ze de trap naar boven. Moeizaam, met houterige korte stappen klom ze de trap op. Haar ergernis zwol aan naarmate ze hoger ging. Met getrokken gezicht wreef ze over haar rechterbeen. De spierziekte kreeg meer en meer greep op haar mobiliteit. Er was geen ontkomen meer aan, dat besefte ze maar al te goed. Zweet parelde op haar voorhoofd van de inspanning. Haar hartslag klopte heftig en toen ze haar kamer bereikt had, liet ze zich met een plof vallen op het bed, doodop. De kamer vulde zich met de echo van Katinka’s hartslag. Buiten was het doodstil. Kirov leek verlaten sinds de uittocht van de jonge gezinnen naar de hoofdstad. Iedereen vluchtte weg, enkel de Bolva rivier zou zijn afkomst nooit verloochenen.    

Haar ogen dwaalden rond in de slaapkamer. Ze zochten naar de mooiste herinnering uit haar kindertijd. Op het mahoniehouten nachtkastje lag een fotoalbum. Ze nam het album op haar schoot en begon er in te bladeren. Katinka als baby, Katinka spelend in de tuin tussen de aardappelen. Katinka uitgedost als ballerina, Katinka in de balletklas, Katinka eerste schoolprijs voor opvoering ballet,…

Dan sloeg ze het album dicht. De rest zat gevangen als een doorn in haar hart, als een rotte erwt in haar ziel. Durfde ze maar te voelen en geloven en zo de smart in de kiem te smoren. Ze miste niet alleen oma’s fysieke aanwezigheid, maar ook haar wilskracht en eenvoud. Om nog maar te zwijgen van de onbezorgdheid die haar kindertijd kenmerkte.

Aan de muur hing nog steeds dezelfde spiegel; ovaalvormig met een oranje omlijsting. Katinka’s lievelingskleur. Gek genoeg leek het of de spiegel nu veel kleiner uitviel, dan ze zich kon herinneren. Uren had ze voor de spiegel gestaan in dezelfde houding. De armen sierlijk in de hoogte, met rechte rug, kin naar voren en de benen gestrekt. Alleen bleef er van de onberispelijke ballerina in de dromerige, roze tutu niets meer over. De elegante ballerina had al haar glorie verloren. Ze walgde van haar figuur, de vetkwabben gevuld met cellulitis, de groeven in haar gelaat en de grijze haren in haar paardenstaart. Ze voelde zich als een verzopen kat wankelend op een verzwakt lichaam met afstervende spieren. Waarom was het leven zo gemeen tegen haar? ,vroeg ze zich af. Katinka draaide zich naar het raam en merkte op dat de wind was gaan liggen. De plassen droogden verbazingwekkend snel op, door de zachte streling van de lentezon. Het zonlicht brak de kleuren en schetste de contouren onvolmaakt van haar ware gelaat. Katinka’s blik ging opeens naar de  boekenkast. Ze meende zich nog te herinneren dat er iets waardevols in haar kamer zich schuilhield. Zou het niet kunnen dat het achter die boeken verstopt zat? Katinka speurde het schap af en verplaatste de oude leesboeken die haar al lang ontgroeid waren. Elke reden was goed genoeg om haar negatieve gedachten te vullen met een vleugje melancholie. Daar achter het dikke sprookjesboek van “Tamara en de zeeheks” ontwaarde ze de muziekdoos waar ze zo naar hunkerde. Een zucht van opluchting volgde. Ze nam het kistje en wreef erover alsof het maagdelijk satijn was. Vervolgens nam ze plaats in de hoek van de kamer en nestelde zich tegen de muur. Daaropvolgend sloot ze haar ogen en legde haar hand op het houten kistje. Even het verleden aan te kunnen raken, beroerde haar broos hart. Zij, die zo gevochten had tegen de mislukkingen die het leven haar gebracht had, zocht naar een sprankeltje geluk en hoop. Haar kindertijd was zalig geweest, daar kon ze niet omheen. Moest er een bad gevuld zijn, met al het mooie uit haar kindertijd…zou ze er gretig inspringen en zich wentelen totdat ze in een roes vertoefde die eeuwig duren zou. Ze opende voorzichtig het kistje en toen de ballerina tevoorschijn kwam en traag in cirkels draaide, liep er een traan over haar wang. De sierlijke ballerina draaide nog steeds op een fluweel rood kussen. Haar muziek klonk vertrouwd en wanneer ze in de spiegel keek die in het deksel zat, kon ze droefheid aflezen uit haar blik. De rimpels en donkere kringen onder haar blauwe ogen sloegen haar laatste beetje fierheid dat ze nog bezat in stukken uiteen. De confrontatie in de helderheid van het zonlicht brak haar hart en onophoudend begon ze te snikken. Ze slikte en haar droge lippen prevelden voorzichtig een serenade aan woorden die een oud Russisch kinderliedje toebehoorden. Haar benen waren verkrampt deels door de ongemakkelijke houding, maar konden haar niet uit de betovering van het lied halen. Haar schaduw tekende zich scherper af op het parket en een druppel okselzweet baande zich een weg langs de binnenkant van haar arm. Terwijl de ballerina gestaag in cirkels verder danste, schoof de wijzer van de klok tergend verder, zoekend naar antwoorden. Ik weet niet hoelang ze daar nu al zat, maar opeens leek haar brein zich iets te herinneren. Misschien ontdooide haar ziel door de warmte van de middagzon. Ze herinnerde zich dat er iets verstopt zat in de dubbele bodem van de muziekdoos. Gretig zochten haar vingers onder de voering van het fluweel rood kussen en tot haar groot jolijt trof ze twee omslagen aan. De ene was vergeeld, de andere niet. Nieuwsgierig, met trillende vingers opende ze voorzichtig de eerste omslag. Het was een liefdesbrief van Nicolai. Met de hand voor de mond geslagen, zochten haar ogen naar de zoete liefdesverzen en opnieuw besefte ze hoe sterk zijn liefde voor haar geweest was. Tranen rolden over haar wangen tot ze hikte van opgekropt verdriet en ergernis. Ze nam oma’s geborduurde zakdoek en depte haar ogen droog. Dan nam ze de tweede omslag en opende hem. Katinka las de woorden die haar grootmoeder zaliger geschreven had. Haar tong plakte, haar keel voelde kurkdroog. Luidop met een gebroken stem, overmand door emoties las ze de tekst:

Kirov, 14/05/’86

 Hallo Katinka, ken je mij nog?

Leef ik nog steeds in je hart en ziel, lieve Katinka?

Laat me je vertellen over de gelukkige tijd die we samen gevuld hebben in ons leven. Ik hoop dat jij je dat nog herinneren kan, mijn lief kind.

Ik geloof dat jij nu een sterke vrouw geworden bent. Wees dankbaar om het verleden en probeer vriendschap te sluiten met het heden. Hoe moeilijk dat soms ook kan zijn.

Laat me je vertellen hoe je mijn liefde voedde , gewoonweg door de pretlichtjes te aanschouwen in je ogen, net als vuurtorens op een vredig eiland in de oceaan.

Je rook als een frisse lentebries, je glimlach klonk als een liefdeslied.

Je danste door je kindertijd en omarmde steeds het beste. Je was dan ook een geweldige ballerina. Ik ben dankbaar dat ik je aangemoedigd heb om balletklas te volgen. Ik had meteen door dat je een natuurtalent was.

Mijn lief, klein meisje waar ging je levenspad heen? Ik vertrouw erop dat je nog steeds danst door het leven,  je geluk ademt en gelooft in je dromen. Misschien ben je nu een professioneel ballerina en moet je vaak reizen naar verre oorden.

Wees niet onzeker en vertrouw op mij.

Wanneer je je dan ’s avonds soms eenzaam voelt, in een vreemd land en naar de hemel kijkt, zoek dan de waarheid in de sterren en vul je hart met geluk en voorspoed. Je zal het vinden, geloof me.

Mijn lieve, kleine meid Katinka voor altijd, het gaat je goed.

Hemelse groet,

 je oma Elizaveta.

Toen kuste ze zacht het briefje, sloot de ogen en droomde weg bij de gedachte dat ze sierlijk pirouetjes draaide op een podium, omringd door oma’s onvoorwaardelijke liefde en de warme oostenwind droeg al haar geheimen voor eeuwig met zich mee.

******************

Geef je dromen nooit op …

Dank je, Sandra, voor dit mooie verhaal !  Het is heel poëtisch geschreven met vele beelden, waardoor ik het als een film langs mijn ogen zag langskomen. 

Sandra Ringoot schreef reeds “Birdylove” die ik ook al recenseerde. Een lichte thriller.

 Er waren enkele mooie quotes in verwerkt.   “Het water kringelde even rond de plantjes om dan heimelijk te verdwijnen in de aarde.”    …. “Moest er een bad gevuld zijn met al het mooie uit haar kindertijd… zou ze er gretig inspringen en zich wentelen totdat ze in een roest vertoefde die eeuwig duren zou.”

Hieronder nog een toemaatje om in de sfeer te blijven van het dansen… Een hele mooie en aangrijpende film over een eenvoudig meisje dat droomt van ballerina te worden.