Sandra Ringoot
Op een zonnige woensdagmiddag lag Flavietje heerlijk te soezen in haar tuin. Ze sloot haar ogen en liet een diepe zucht. Ons konijnenvrouwtje voelde zich doodmoe van het schrobben en verdiende eerlijk gezegd een powernapje.
Nu moet je weten dat ze deze ochtend al vroeg uit de veren was om haar huisje schoon te maken. Eerst had ze het tapijt gestofzuigd om vervolgens de ramen te lappen, en als kers op de taart ook nog eens de meubels te boenen. Wat had ze zich uitgesloofd, maar het resultaat stemde haar gelukkig. Het huis was weer netjes aan de kant en geurde trouwens heerlijk zoals een prille lentebries.
Mister Willing had ze wijselijk op pad gestuurd om boodschappen te gaan halen. Zo droeg ons geliefd konijntje ook zijn steentje bij in het huwelijk.
Hé, gaat ons konijntje naar de supermarkt?, hoor ik jullie denken.
Nee hoor, Mister Willing weet namelijk een betere plek om lekkers te halen. Rechtstreeks van bij de boer.
Nee, niet in het winkeltje dat bij de boerderij hoort. Eerder rechtstreeks van op ‘t veld, dat is wat ik bedoel. Juist ja, hij wandelt toch zo graag tussen de glooiende velden om van de natuur te genieten. En als hij voorbij boer René langsgaat dan lonken de groentjes teder naar hem, zodat hij er niet kan aan weerstaan. Maar hij moet voorzichtig zijn, want als boer René in de gaten krijgt dat er iemand zijn groenten steelt…..
Ik mag er niet aan denken, lieve kinderen wat er dan gebeuren zou.
Dus trippelde Mister Willing stilletjes, haast onzichtbaar naar zijn schuilplaats.
Vanachter een dikke eik bespiedde hij de boerderij. Mister Willing omklemde de ruwe boomstam met zijn pootjes en met zijn pientere ogen speurde hij het veld af. Oh jeetje, zelfs zijn snorharen trilden door de opwinding.
“Neen, geen boer René te zien”, fluisterde hij zacht, “hij zal waarschijnlijk in de stallen aan ‘t werk zijn,”
Ons konijntje trippelde voorzichtig met zijn mandje door het graangewas. De ranke maïsplanten wiegden zachtjes onder het goedkeurend oog van het zonnetje. Plots maakte hij een sprong, zodat hij een maïskolf kon plukken.
“Oh, wat ruiken die gele korrels toch zo zoet,” zei hij watertandend.
Alleen verteren konijntjes geen korrels. Hij was enkel geïnteresseerd in de bladeren.
Dan was het de beurt aan de worteltjes. Want konijnen zijn dol op wortels, maar dat wisten jullie al.
De worteltjes waren netjes op een rij geplant. Het loof had een diepgroene kleur. Ons konijntje trok acht wortels uit de grond, en schudde vervolgens de kluit aarde schoon.
Toen viel zijn oog op een dikke boerenkool. Hemeltjelief, wat zag die er sappig uit, dacht hij. Hij keek naar zijn mandje. Er was nog wel een plekje voor de lekkere kool. Net op het moment dat hij de stevige kool uit de aarde trok, hoorde hij enkele koeien loeien. Nadien balkte de ezel, vervolgens kraaide er een haan.
Mister Willing spitste zijn lange oren. Hoorde hij nu niet de motor van een tractor ronken….? Hij rekte zijn nek om boven de struiken te kunnen uitkijken die voor de boerderij groeiden.
Inderdaad daar kwam boer René aangereden op zijn tractor. Mister Willing gooide snel de boerenkool in zijn mandje en maakte rechtsomkeer.
Dat was op het nippertje. Gelukkig had boer René niets in de gaten en was zijn mand toch nog gevuld met lekkers. Mister Willing neuriede vrolijk op de terugweg.
Oh, wat was het leven toch mooi. Straks ging Flavietje vast en zeker een heerlijke maaltijd bereiden. Misschien maakte ze terug die lekkere ovenschotel met groentjes. Daar had hij wel zin in. Het water kwam hem al in de bek.
Opeens viel zijn blik op iets wat schitterde in het gras. Hij bukte zich, en raapte een bril op. Het montuur had een zwarte glans die fonkelde in ‘t zonlicht.
“Kwaak”, klonk het vanuit het struikgewas. Er verscheen een kikker op het pad. “Ben jij aardig?”, vroeg de kikker aan Mister Willing.
“Jazeker. Waarom vraag je dat?”, zei ons konijntje nieuwsgierig.
“Omdat aardige mensen een geschenk van mij krijgen.”
“Oh, wat krijg ik dan misschien, als ik vragen mag.”
“Lief konijn, jij krijgt deze toverbril, kwaak,” zei de kikker en hij raapte de bril op.
“Hier, pak aan. Zet de toverbril eens op je snuitje,” beval de kikker.
Mister Willing aarzelde. Hij durfde niet echt, misschien was het wel een valstrik, dacht hij.
“Wat gebeurt er dan, als ik de bril opzet?” vroeg ons konijntje.
De kikker trok grote ogen en schoot in de lach.
“Hihi, wat had je nou gedacht…? Deze bril kan alles toveren wat jij maar wil,” zei de kikker.
Mister Willing was nog niet overtuigd. Hij twijfelde in zijn hartje. Langs de ene kant wou hij de kikker wel geloven, maar wat als de kikker nare bedoelingen had. Misschien was hij zelfs van plan om hem ook in een kikker om te toveren, dacht hij.
Mister Willing bedankte de kikker vriendelijk voor het geschenk. Hij legde de bril in het mandje en wandelde peinzend naar huis.
Hij dacht na wat hij allemaal zou kunnen toveren met de bril. Hij liep voorbij “Django” het paard van boer Teun met wie hij een goede band had, maar negeerde de vriendelijke begroeting. “Django” was helemaal uit zijn lood geslagen en draaide zich geërgerd om. Het paard draafde onrustig verder in de weide.
Mister Willing draaide de straat in dat uitgaf op het kerkplein. Hij was bijna thuis. De woorden maalden maar door zijn kopje, uiteindelijk kon hij niks bedenken. Hij had namelijk alles al wat zijn hartje verlangde; Flavietje.
Eenmaal thuisgekomen, legde hij het hele verhaal uit aan Flavietje.
“Maar lieverd toch, dat is geweldig. Dan kan eindelijk mijn diepste wens uitkomen,” zei ze opgewekt.
Mister Willing trok zijn wenkbrauwen op. Hij wist helemaal niet dat Flavietje een grote wens had. Hij keek haar aan en zag haar blozen van geluk.
Ze liet zich neerploffen in haar tuinstoel en kon niet stoppen met glimlachen.
In tegenstelling tot Mister Willing was zij wel enthousiast. Ze liet de bril speels wiebelen in haar pootje en neuriede er vrolijk op los.
“Oh Flavietje, mijn schat zou je dat wel doen? Stel je voor dat je verandert in…een salamander of een pad,’ zei Mister Willing ongerust.
Maar zijn woorden waren nog niet koud of Flavie had de toverbril al op haar snuit gezet. Ze sloot haar ogen en zei: “Ik wil op vakantie naar de Bahama’s.”
En floep….Flavietje was opeens verdwenen.
Mister Willing viel flauw van de stress. Enkele seconden later kwam hij bij bewustzijn. Hij krabbelde overeind, vervolgens nam hij plaats in de tuinstoel.
Maar waar was Flavietje heen, lieve kinderen?
Mister Willings keel was kurkdroog. Zijn oogjes werden waterig en zijn pootjes trilden. “Oh neen, straks zie ik haar nooit meer terug,” zei hij beteuterd.
En opeens “Floep” daar was ze weer. Flavietje verscheen uit het niets voor zijn neus gehuld in een bikini met een zonnehoed.
“Oh schattebout, ik ben naar de Bahama’s gevlogen. Wat is het daar zalig warm! Er is een paradijselijk strand met palmbomen die heerlijke verkoeling geven. Oh, en weet je er dobberen ontelbaar bootjes op helder water.”
Ze paradeerde in haar bikini en giechelde om Mister Willings verbaasde ogen.
Mister Willing stotterde: “Dan had de kikker toch gelijk.”
“Jazeker, en dan is het nu tijd voor mijn diepste wens,” zei ze serieus.
Ze schoof de toverbril hoger op haar snuit en sloot vervolgens haar ogen.
Ze zei iets heel stilletjes, haast onverstaanbaar. Mister Willing was heel nieuwsgierig wat haar wens enigszins zou kunnen zijn. Hij perste zijn ogen toe om de spanning te vergroten of was het misschien van de schrik, wie weet?
“Floep, floep, floep.”
Voorzichtig opende hij zijn ogen en wat hij toen zag, lieve kinderen deed hem nogmaals flauwvallen. Toen hij na enkele seconden bij bewustzijn kwam, kon hij zijn ogen nauwelijks geloven.
Er lagen maar liefst drie schattige babykonijntjes in een mand te slapen. Hun vachtje donzig en geurend naar vanille met honing.
Flavietje aaide over hun kopjes en een traan van blijdschap rolde traag over haar wang. Mister Willing kwam nader en gaf haar een klinkende zoen.
In zijn hartje groeide er iets nieuw. Een gevoel dat hij nog nooit ervaren had….
Was dit nu geen avontuur om van te smullen, lieve vriendjes?
Nou, ik heb er in ieder geval van genoten. Ik hoop jullie ook…☺