Interview met Kathleen Amant
Gedurende vele jaren heb ik mijn collega’s van de kleuterklas zien werken met de boekjes van Kathleen : de Anna-boekjes zoals we ze noemden. Speelse, kleurrijke en zeer herkenbare lieve boekjes. Af en toe kon ik er zelfs eentje in mijn derde leerjaar gebruiken.
Wat ik ook soms doe, is een boekje geven bij de geboorte van een kindje. Dat is zo’n dankbaar cadeau. De mensen zijn er telkens heel blij mee.
Gisteren stuurde ik een mailtje naar Kathleen met de vraag of ik een interview mocht sturen. Ze antwoordde onmiddellijk dat dat prima was. Ik vond dat heel tof van haar. En vandaag kreeg ik reeds de antwoorden. Die wou ik zeker nu nog op de blog zetten. Kathleen komt op mij over als een liefhebbende mama die graag kijkt naar wat de allerkleinsten onder ons doen, kunnen en weten. Ze heeft een groot talent om alles heel eenvoudig uit te tekenen en zo de kleinsten te kunnen raken.
Wie is Kathleen?
Kathleen is mama van twee zonen, Din (1998) en Arend (2000), en een dochter, Noa (2003). Ze houdt van tennis, skiën, comedy, Thaïs en Indisch eten, mensen met een hoek af, de natuur en de zee. Schrijven en tekenen is haar grootste passie. Ze wil kinderen hetzelfde gelukzalige, warme gevoel geven dat ze zelf ervaarde als kind bij het lezen van een goed boek. Haar boek ‘Klaasje, Sinterklaasje’ vindt ze daarvan een goed voorbeeld: als ze dat boek voorleest aan een groep kleuters, dan schuiven die tijdens het verhaal zo hard op naar voren, dat ze bijna op haar schoot eindigen. Het lijkt dan of de kinderen zelf in het boek willen kruipen. Als dat gebeurt dan is haar missie geslaagd, vindt ze zelf.
Interview :
De Anna-boekjes en de verhalen over Heksje Mimi zijn onuitputtelijk en zo aantrekkelijk voor de kinderen. Ze herkennen zich in alle leuke situaties. Waarom koos je ervoor om te tekenen voor kleine kinderen?
Ik ben gek op kindjes van 0 tot 3 jaar omdat ze op die leeftijd nog zo puur zijn. Ik zie hen dan ook graag bezig, hoe ze omgaan met andere kinderen, hoe ze ons, volwassenen, immiteren of een spiegel voorhouden. Ze kunnen en begrijpen veel meer dan wij vaak denken. Ik kan me goed inleven in hun gevoelswereld omdat ik nog levendige herinneringen heb aan toen ik zelf 2/3 jaar oud was. En daarnaast teken ik het liefst zo eenvoudig mogelijk, met zo weinig mogelijk details, en dan kom je ook al snel bij die doelgroep uit.
Hoe kom je aan je thema’s?
Thema’s vinden is niet zo moeilijk. Er zijn zoveel dingen die nieuw zijn voor peuters en kleuters. Alleen al in die vijver vissen brengt een massa ideeën mee. Bedenk je maar eens hoe het moet zijn om voor de eerste keer de blaadjes aan de bomen te zien verkleuren of sneeuw te zien. Geweldig toch om kleuter te zijn en al die dingen, die wij gewoon zijn gaan vinden, voor de eerste keer te mogen meemaken.
Welke opleidingen heb je gevolgd?
Ik heb Latijn-wetenschappen gestudeerd en was vooral goed in het halen van net genoeg punten om te mogen overgaan naar het volgende jaar. Ik was een dagdromer en viel altijd heel hard van mijn wolk wanneer mijn naam viel in de klas en ik de volgende vraag moest beantwoorden. Dan was het even alle hens aan dek om te kijken in welke les ik zat, welke pagina in het boek we zaten of snel te proberen ontleden wat er op het bord stond.
Daarna heb ik grafische vormgeving gestudeerd aan de Academie in Gent.
Ik heb toen eerst een heel aantal jaren de vormgeving voor kranten gedaan. Pas toen ik zelf mama werd van twee zonen en een dochter op komst, heb ik mijn eerste prentenboeken gemaakt. Dat waren meteen twee Anna-boeken. Nooit gedacht dat ik daar 14 jaar later bijna 50 titels van bij elkaar zou kunnen tekenen en schrijven.
Hoe ga je tewerk om een boek te maken?
Ik bedenk eerst een thema, ga dan brainstormen over de inhoud, bel tussendoor eens met een vriendin-kleuterleidster om de inhoud af te toetsen, schrijf het verhaal, worstel met het witte blad, schrijf en schrap en schrijf en schrap, verdring de gedachte ‘ik kan het niet meer’ en op het einde valt alles in elkaar en lijkt het of het een makkie was.
Wat was je lievelingsboek als kind?
Ik las graag ‘Konijn moet naar de dokter’ van Richard Scarry maar mijn topper was ‘Floris en Floriaan’, van Mariëtte Van Halewijn, over een jongetje en zijn pony. Ik was gek van de tekeningen van Jaklien en Lie Schatteman. En ook Tiny vond ik geweldig. Soms vragen mensen me of Anna de nieuwe Tiny is. Daar kan ik alleen maar ‘nee’ op antwoorden. Tiny was het perfecte kind met het mooie, nette kleedje. Ze kon alles wat een volwassene kon: naar de supermarkt gaan, op haar babybroertje passen, … Anna is een gewone peuter, die nog alles moet leren en ook koppig of een beetje stout kan zijn.
Geef je workshops / lezingen?
Ik geef soms lezingen in kleuterscholen of workshops in bibliotheken, maar niet te veel. Want ik schrijf en teken toch 8 tot 10 boeken per jaar en daar kruipt veel tijd in.
Heb je nieuwe projecten?
Ik ben momenteel bezig aan twee nieuwe Anna-boeken: Anna en haar lieve oma en Anna en haar lieve opa. En ik heb al heel lang een idee in mijn hoofd van een prentenboek over knuffelberen en hoop daar de komende maanden eindelijk eens tijd voor te kunnen maken.
Beste Kathleen, heel erg bedankt om dit interview zo vlug te beantwoorden. Het was heel fijn om kennis met je maken. We blijven je volgen en kijken uit naar je nieuwe boeken.
Een sterke aanrader voor het begin van het schooljaar
Als je meer wil weten over Kathleen en haar boeken, kan je naar haar site gaan www.amant.be