Verdwaalde ziel Sandra Ringoot

Verdwaalde ziel (Sandra Ringoot)

Dit is een kort verhaal geschreven door Sandra Ringoot. We kennen mekaar al een tijdje via instagram en facebook. Ze schrijft heel graag korte verhalen en zal er hier op mijn site af en toe posten. Daar ben ik heel blij om want ik hou van haar verhalen.

Het begon met een kleinigheid dat ze vergat. Ik herinner het me nog alsof het gisteren was. Haar verstrooide blik toen ze
thuiskwam en de boodschappen die ze uit de tas laadde. Alles,
behalve de wortelen, die was ze vergeten. Met trillende hand
nam ze het blik erwten en rekte ze haar pezig lichaam door op de toppen van haar tenen te staan. Zodat het blik terechtkwam in de medicijnenkast, tussen de Dafalgan en de pleisters. Haar schoenzool kraakte net als haar botten. Ze werd ouder en
trager ook. Dat had ik al gemerkt, maar dat haar geheugen het
liet afweten, daar zou ik pas later achter komen. Mijn vader ving
haar achteruitgang probleemloos op. Hij voorzag alle comfort
voor haar. Hij liet zelfs een traplift instaleren om haar naar de
slaapkamer boven te begeleiden. Ik zie haar nog zitten de
eerste keer, toen ze plaatsnam op het inklapstoeltje. Onrustig
met de handen friemelend om ze dan gevouwen op haar schoot
te leggen, net of ze ging bidden. Zou ze de woorden van het
Onze-Vadergebed nog kunnen?, vraag ik me dan af. Met haar
lichtblauwe kamerjas leek ze zelfs een beetje op moeder Maria
of zuster Theresa. In haar helderblauwe ogen was de
sprankeling al lang verdwenen. De wilskracht, grenzeloze
energie en levenslust waren verdrongen door een zielloze,
doffe blik. Mijn moeder zat gevangen in haar eigen lichaam.
Haar ziel is al gaan lopen met de code van haar eigenwaarde’,
hoor ik mijn rationele vader nog zeggen aan de keukentafel. Ik
zucht en peins me suf de laatste tijd. Zelfs de kleuters in mijn
klas pikken mijn ergernis op. Fientje kwam vorige dinsdag zelfs
haar handje leggen op mijn boezem. Toen ik vroeg waarom ze
dat deed, dan zei ze spontaan : om je hartje te troosten, het
heeft verdriet. Maar wat ik nog kwijt wil over m’n moeder. De
laatste tijd dwaalt ze door de gangen, terwijl ze met haar
handen langs de muren scheert. Haar lippen bewegen, maar
brengen geen klank of woord meer uit. Soms ontsnapt er een
zucht en dan zie ik haar ogen vochtig worden. Dan weet ik dat
ze het moeilijk heeft. Even flakkert er dan een restje hoop in
m’n hart dat het tij zou keren. Laat me hopen en dromen dat het allemaal terug goed komt. Dat we de code vinden om haar uit
die verdoemde cocon te halen.
Maar als ik terug in haar ogen
kijk en haar aanspreek met “moeder”, dan zit ze wezenloos
voor zich uit te staren op een stomme muur. Dan ben ik terug
met m’n voeten op de grond en krimpt m’n maag ineen.
Niemand begrijpt dit beter dan mijn vader. Hij is tenslotte zijn
eega aan het verliezen. Maar wat ik wel kan vertellen is dat hij
de handleiding bezit om haar code te kraken
. Dit was het
mooiste en liefste dat ik ooit gezien heb. Het overtreft zelfs de
meest romantische roman. De kalender stond op eind juli en het
was zo’n zwoele avond. Er stond een zacht briesje dat het
aangenaam maakte. De lichten waren gedoofd in huis en vader
zette twee stoelen op het terras. Er stonden vijf witte kaarsen te
branden in terracotta kommetjes. Die hadden ze meegebracht
van op hun reis naar Griekenland, reeds twaalf jaar geleden.
Hij trok geamuseerd een fles rode wijn open. Waar haalt hij toch
die moed vandaan?, vraag ik me vaker af. Hij is tenslotte ook al
tachtig jaar. Nadat hij het tweede glas vol schonk kwam ze
schoorvoetend af. Sloffend met nieuwsgierige ogen of eerder
met een onschuldige kinderblik. Haar lievelingsjurk die haar
vroeger zo flatteerde, hing nu te zwabberen rond haar houterig
lichaam. Vader zette de wijnglazen neer op de tafel en behielp
haar naar de stoel. Hij was de trouwe gids op haar wankel
levenspad.
“Zit je comfortabel genoeg?”, vroeg hij bezorgd,
terwijl hij al een kussen achter haar rug stak. Wetende dat ze
de vraag niet zou kunnen beantwoorden. Hij schoof zijn stoel
dichter bij de hare en hief het glas aan haar lippen. Zachtjes
liep de wijn naar binnen en leek het even of haar ogen iets
kenbaar opmerkten. Vader droeg al een tijdje de last op zijn
schouders van haar zorgen. Haar ongemakken die eerst
sluimerend zich aanboden om dan onverstoorbaar binnen te
dringen in ons leven. Zou ze haar dochter nog echt
herkennen?, vraag ik me soms af. Ik zie haar soms twijfelen.
Zwijgzaam zoekend in haar geheugen naar dat kleine lichtje dat
een herkenning blootlegt. Maar laat ik verder vertellen over die betoverende zomeravond want als ik eraan terugdenk dan komt
er een traan bij te pas. Toen ze daar zaten in het gezelschap
van de wijn en het geluid van de krekels op de achtergrond,
gebeurde het…
“Kijk Wilma”, fluisterde hij lief, “ik heb speciaal voor jou, een
mooie ronde maan gevraagd aan de hemel met duizend sterren
errond.”
Haar blik ging omhoog naar de fonkelende sterren en haar
lippen verbraken de starheid. De maan toverde een glimlach op
haar broos gelaat. Hij nam haar hand liefdevol vast en hun
hoofden vonden mekaar. Haar zilvergrijze lokken leken te
glanzen in het magische maanlicht. Hij kuste haar teder op de
wang en een traan liep traag uit haar ooghoek. Druppels
versmolten tot één traan; erkenning van oprechte liefde.

Ze schreef ook een heel mooi boek “Birdylove.” Een ontspannende thriller.